We zijn er allemaal wel eens geweest. Je bent naar dat ene project op zoek, en na dagen zoeken vind je het eindelijk. Maar, de instructies zijn in een taal geschreven die je niet machtig bent. Het heeft wel een haakdiagram, maar hoe lees je dat nou precies?
Als dit gebeurd, dan ben ik vooral dankbaar dat iemand de tijd heeft genomen om een haakdiagram te maken. Ik weet dat sommige mensen een voorkeur hebben voor video's, maar leren hoe je een haakdiagram leest maakt dat je nog zoveel meer patronen kan haken!
Het is eigenlijk net zoals leren lezen. Je moet de letters eerst herkennen om de woorden te begrijpen. Gelukkig, ken je als haker al best wel wat letters - alleen staan ze vaak uitgeschreven in patronen als 'st' en 'hv'. Nadat je deze woorden aan de symbolen in het haakdiagram kan relateren wordt alles al een stuk makkelijker.
Lees door, en ik leg je uit wat mijn stappenplan is om elk haakdiagram te tackelen. Je hoeft niet bang te zijn dat je er niet goed genoeg in bent, want dit werkt voor elk soort patroon!
Haaksymbolen
Basissteken
Voor elke steek die bestaat is er wel een begeleidend symbool. Het is niet makkelijk om een gids te vinden van alle steken, omdat sommige steken heel obscuur zijn. En door de jaren heen hebben designers meerdere variaties gemaakt voor dezelfde steek. Gelukkig zijn de basissteken redelijk rechttoe rechtaan.

Als ik praat over basissteken dan bedoel ik de steken die je als eerste leert wanneer je haakt. Stokjes, vasten, halve vasten, lossen, etc. Zoals je ziet is een open ovaaltje weergegeven als losse, en een ingevulde stip is een halve vaste. Een vaste wordt vaak als plus-teken of x-je weergegeven, afhankelijk van het diagram (Japanse diagrammen gebruiken vaak x-jes). Alles wat groter is dan een vaste ziet er redelijk hetzelfde uit: een T-vorm met geen, één of meerdere balkjes. Soms staan de balkjes wat scheef, in plaats van recht door het T-vormpje.
Tip: Heb je moeite met de symbolen van de stokjes en dubbele stokjes te onderscheiden? Kijk dan naar het aantal balkjes: elk balkje vertegenwoordigt een draadomslag. Voor een stokje sla je 1x om, voor een dubbel stokje 2x (en een driedubbel stokje 3x, etc).
Meerderen en minderen
Meestal moet je in een patroon wel meerderen of minderen. Als je naar de symbolen hieronder kijkt, zie je dan een patroon ontstaan? Je zoekt naar het punt waar de symbolen samenkomen. Als dat aan de onderkant is, is het een meerdering. Is dat aan de bovenkant, dan is het een mindering!

Tip: meerderingen worden niet altijd aan de onderkant aan elkaar vast getekend. Soms staan de steken gewoon heel dicht naast elkaar afgebeeld, boven dezelfde steek waarin je moet meerderen.
Speciale haaksteken
Er zijn ook 'speciale' haaksteken. Dit zijn combinaties van een (of meerdere) basissteken. Ik praat dan over steken zoals moesjes, reliëfsteken en popcorns. Deze steken worden op verschillende manieren afgebeeld. Er is niet altijd een standaard symbool. Gelukkig kan je ze vaak herkennen aan de losse onderdelen!
Soms, wanneer het echt een obscure steek is, is er een stukje tekst opgenomen in het diagram. Alhoewel Google translate en AI je ook nog wel eens kan helpen met vertalen, moet je er dan toch proberen het beste van te maken.

Nu ken je een hoop van de verschillende letters in deze diagramtaal. Tijd om er een zin van te maken!
Hoe lees je een haakdiagram?
Het volgende deel van het artikel focust op het lezen van het haakdiagram. Het kan eruitzien als een doolhof van symbolen, stipjes en nummers. Als je je overweldigd voelt, herinner je dan de allerbelangrijkste regel:
Zoek het begin van het diagram, en werk vanaf daar.
Je gaat op zoek naar de allereerste steek, dat is de makkelijkste manier om te beginnen. Zodra je de eerste steek hebt gevonden, zoek je de volgende, en ga je daarna op zoek naar een manier om naar de volgende rij of toer te komen. Haakdiagrammen geven precies weer wat je handen haken, en dat is ook gemaakt van een draadje.
Bij haakdiagrammen die in rijen zijn gehaakt is het vaak heel duidelijk waar je begint, maar bij toerpatronen kan het wat ingewikkelder zijn. Ik neem je bij de hand in onderstaand voorbeeld. Voor het gemak heb ik zelf even toernummers in rood toegevoegd.

Dit diagram is een rond motiefje. Cirkels haak je altijd vanuit het midden, dus dat is waar we gaan zoeken naar ons beginnetje.
- Stap 1: Zoek de eerste steek. Je ziet een kleine cirkel in het midden staan. Dit is een symbool voor een magische ring. (als je deze steek niet kent: dit is een vervanging voor drie of vier beginlossen die je met een halve vaste aan elkaar haakt). De magische ring is je beginnetje.
- Stap 2: Zoek de eerstvolgende steek. Je hebt je magische ring gevonden, maar hoe werk je vanaf daar? Dat stukje staat in het paarse ovaaltje. Hoe weet ik dit? Nou, meestal als je in een cirkel gaat haken haak je een of meerdere lossen als beginsteek. Dat stukje is het 'haak 3l' waar patronen vaak mee beginnen.
- Stap 3: Haak de toer en bekijk hoe de toer wordt gesloten. Je ziet dat de eerste toer bestaat uit 17 stokjes (18 als je de eerste 3l meetelt). Tel ze, en haak ze. Als je rond bent, sluit je de toer met een halve vaste: dat is die stip die rechts van de 3l staat.
- Stap 4: Herhaal stap 2 en 3. Je zoekt de eerstvolgende steek van de volgende toer, volgt hem steek voor steek en sluit hem. In het geval van toer 2: Na het sluiten van toer 1 haak je weer 3 lossen, dan 1 losse, en dan 1 stokje in de volgende steek. Weer een losse, en dan een stokje in de volgende steek etc. Je sluit de toer weer met een halve vaste.
Tip: een ongeschreven regel is dat als een steek boven een andere steek uit de vorige toer staat, dan haak je de nieuwe steek IN die steek. In dit geval haak je de stokjes in toer 2 dus IN de stokjes van toer 1.
Volg met je vinger de toeren steek voor steek, en zo kan je het hele diagram af gaan!
Gedeeltelijke haakdiagrammen
Soms zie je gedeeltelijke haakdiagrammen. Zeker als ruimte beperkt is, zoals in tijdschriften of boeken, wordt de informatie gecondenseerd zodat je alles hebt wat je nodig hebt, maar wel even moet puzzelen. Het diagram hieronder is een aangepaste versie van het motief hierboven.

Alhoewel het er misschien niet zo uitziet, heb je preies dezelfde informatie als in het diagram hierboven: je moet alleen even weten hoe je het kan vinden. Bijvoorbeeld: Het diagram toont dat je begint met een magische ring, dat het stekenaantal in de eerste toer 18 steken is (17 stokjes en 3l), hoe je de toer moet sluiten met een hv en hoe je dan weer naar de volgende toer werkt.
Moeilijke haakdiagrammen
Sommige haakdiagrammen zijn een tikkeltje ingewikkelder. Laten we het voorbeeld hieronder eens bekijken!

Dit is een typisch voorbeeld van een diagram wat ik online vond, maar zonder bronvermelding of plaatje. Het ziet eruit als een vierkant motiefje wat in toeren worden gewerkt. Niets wat je niet aankan!
Voel je je overweldigd door alle verschillende symbolen? Vergeet de gouden regel niet:
Zoek het begin van het diagram, en werk vanaf daar.
- Stap 1: Zoek de eerste steek. In dit diagram start je ook in het midden. Dit keer start je niet met een magische lus, maar met een lossenketting van 8, die met een halve vaste aan elkaar worden gemaakt.
- Stap 2: Zoek de manier om naar de volgende toer te komen. Na de start met de lossenketting maak je een losse (dat is het kleine ovaaltje wat tussen de vasten is gepropt).
- Stap 3: Haak de toer en bekijk hoe de toer wordt gesloten. Haak 1 vaste in elke losse. Sluit je toer met een halve vaste. Dit patroon noemt zo te zien de beginlossen en toer 1 samen de eerste toer, maar dat is een meningskwestie. Sommige ontwerpers zien de beginlossen als losse toer, anderen niet.
- Stap 4: Herhaal stap 2 en 3. Zie je hoe je verder moet? Je haakt hierna 4 lossen (dit is vaak een vervanging voor een eerste dubbel stokje), dan nog twee lossen, en dan een dubbel stokje in de eerste vaste van toer 1. Volg de volgorde van steken. Het is een lijn die je moet volgen tot het einde.
Een kleine notitie die ik bij dit diagram wil maken is dat je ziet dat de steken soms iets vervormd zijn. Dat is een stijlkeuze. Soms zijn de lossen-ovaaltjes wat groter, soms wat kleiner. Je ziet dat de kruisjes in de hoeksteken van de laatste toer bijvoorbeeld ook een beetje uitgerekt zijn. Dat zijn vasten (dat weet je omdat het kruisjes zijn, geen T-vorm zoals voor een half stokje). Waarschijnlijk zijn ze uitgerekt om duidelijk te laten zien waar je deze vasten moet haken.
Expert haakdiagrammen
Je bent nu klaar voor de Champions League, en ik heb het perfecte diagram voor je. Ik weet dat deze mandala er geweldig, en tegelijkertijd geweldig moeilijk uitziet. Maar vergeet de gouden regel niet: Zoek het begin van het diagram, en werk vanaf daar. Start in het midden, en werk naar buiten toe.

Ik heb in onderstaande afbeelding de eerste toeren met kleuren gemarkeerd om je een idee te geven hoe ik dit diagram zou aanpakken. Start met een lossenketting (geel). Haak dan dubbele stokjes met lossen ertussen (twee balkjes door de T-vorm, oranje). Start dan met lussen. Deze lussen bestaan uit een vaste, 3 lossen, en dan een vaste in het volgende stokje (groen). Al deze toeren sluit je stuk voor stuk met een halve vaste.
Je neemt het toer voor toer. Ga door met deze lussen in de volgende toer, dit keer met een klein picotje ertussenin (lichtblauw). Daarna haak je weer een toer met vasten, lossen en picots (donkerblauw). Herhaal steeds stap 2 en 3: Zoek hoe je naar de volgende toer komt, haak hem, en sluit hem - het werkt elke keer!

Geloof me: als je dit diagram kan ontcijferen dan kan je alles aan. Geen diagram is jou de baas!
Tips voor het lezen van een haakdiagram
- Indien mogelijk, print het diagram uit en traceer de lijnen met een kleurpotlood.
- Als er foto's bij het patroon staan: bekijk ze goed! Het helpt je visualiseren hoe het eruit ziet.
- Als je stokjes bovenop een lossenketting ziet staan, dan hoef je ze niet per sé in een losse te haken, maar in plaats daarvan in de lossen-opening. Dit is een handige tip als je een lossenketting met 4 lossen hebt en dus geen middelste steek hebt. Je zou zeggen dat je stokjes dan niet in het midden van de lossenketting zitten, maar dat schuift allemaal op z'n plek als je het motief haakt.
- Wees niet teleurgesteld als het patroon er niet direct zoals op de foto's uitziet, maar meer als een ongestreken theedoek. Echt, de meeste motieven, zeker met kantstukjes, hebben zo'n baat bij opspannen! Ik heb een complete uitleg voor je.
- Op zoek naar een uitdaging? Japanse patronen hebben vaak haakdiagrammen. Ze zijn prachtig, vaak ook gevorderd.
Reacties
Wees de eerste die reageert op dit bericht!